Met het planten van bomen die gewild zijn bij bijen kunnen we bijdragen aan het verbeteren van hun leefomstandigheden en daar ongemerkt zelf van profiteren.
In steden en dorpen is er vaak weinig ruimte voor aanzienlijke groene oppervlakten. Met bomen kunnen die oppervlakten boven de straat, op hoog niveau, wel worden gecreëerd. Het bloeiend oppervlak van een boom is bovendien vele malen groter dan de kroonprojectie en levert zo verhoudingsgewijs meer bloemen dan een gewas op straatniveau. Hoe ouder de boom en hoe groter de kroon, hoe beter. Datzelfde geldt voor bomen in parken en langs wegen in het buitengebied.
Drachtbomen
Natuurlijk zijn alleen boomsoorten die dracht produceren, het voedsel voor bijen in de vorm van stuifmeel en nectar, interessant voor bijen. Deze bomen worden drachtbomen genoemd. Een paar zeer goede soorten, in bloeivolgorde, zijn wilg, esdoorn, paardenkastanje, acacia en linde. Daarnaast zijn er nog talloze andere soorten die ook van betekenis zijn en uiteraard mogen we ook de fruitbomen niet vergeten. Bij een goede dracht van bijvoorbeeld linden kan een bijenvolk met gemak in veertien dagen 20-30 kg honing binnenhalen. Dit lukt, in iets mindere mate, ook bij een mix van boomsoorten die wat vroeger in het seizoen bloeien. Belangrijk verschil is dat de bijenvolken in het voorjaar kleiner zijn dan in de zomer en dus over minder personeel beschikken die de dracht binnen moeten halen.
Wil een drachtboom ook goede dracht leveren, dan is het van belang dat de groeiomstandigheden goed zijn en er voldoende water beschikbaar is in de weken voor en tijdens de bloei. Dat is met name belangrijk voor de nectarstroom.
Deze stagneert als er te beperkt vocht aanwezig is. Ook van jonge, net geplante bomen hoeven we nog niet veel te verwachten. Bomen maken pas echt het verschil als ze naar volwassenheid kunnen groeien en over een forse kroon beschikken.
Het bestuiven van bloemen is een bijkomend resultaat van het verzamelen van nectar en stuifmeel. Voor bijen gaat het uitsluitend om het voedsel maar voor bomen, die voor hun voortbestaan afhankelijk zijn van insecten, is een bezoek van een bij of hommel van essentieel belang. De boom lokt deze met de nectar diep in de bloemen. De bijen en hommels komen hierop af en en passant veegt hun lichaam langs de stuifmeelkorfjes. De pollen blijven in de beharing hangen, komen zo bij de volgende bloem en de bestuiving is een feit. Bij bijen is de nectar brandstof voor tijdens de vlucht en het extra beetje wat wordt verzameld, wordt in het volk afgeleverd. Daarvan wordt honing gemaakt dat onder andere is bestemd voor wintervoorraad.
Onderweg op haar vlucht veegt de bij het lijf ook nog schoon van stuifmeel in een speciaal korfje aan de achterpoten. Deze eiwitrijke pollen worden gebruikt als voer voor de larven. Bijen hebben belang bij grote hoeveelheden dracht. Ze zijn bloemvast. Eenmaal een gewas gevonden dat hun de lekkernijen biedt zullen ze dit met de bijendans melden in het volk waarna ze met zijn allen dit gewas blijven bezoeken tot het op is. Bij gunstige omstandigheden komt er een overdaad aan dezelfde soort nectar binnen en kunnen we, afhankelijk van de boomsoort, spreken van bijvoorbeeld wilgen- of lindehoning.
De juiste soort op de juiste plaats
Voor welke boomsoort wordt gekozen hangt volledig af van de standplaats. Er zijn drachtbomen zoals wilg en linde die zich goed laten opkronen en vrij gemakkelijk groeien in mindere omstandigheden. Deze zijn geschikt voor aanplant langs wegen. Soorten die deze eigenschappen niet hebben kunnen een plek vinden in brede wegbermen, groenstroken en parken. In dergelijke situaties komen ook de wat kleinere sierfruitbomen in beeld. Belangrijk om te weten is dat soorten met een dubbele of gevulde bloeiwijze, zoals vele Japanse sierkersen, geen dracht leveren, terwijl de soorten en variëteiten met enkele bloemen dat wel doen.
Belangrijk is ook dat er gedurende het vliegseizoen van maart tot oktober voldoende drachtbronnen voorhanden zijn. Naarmate het jaar vordert wordt het bloeiend sortiment echter steeds beperkter. Er zijn een paar soorten die tot in september nog een bloemetje kunnen geven en dan massaal door bijen worden bezocht. De bekendste, met toepasselijke namen zijn de Honingboom (Sophora) en de Bijenboom (Tetradium).
Overzicht van goede bijenbomen
Bron: Van den Berk over Bomen
Reeds lange tijd is men zich bewust van het belang van meerstammige bomen in (landschaps)beplantingen.? Ze vallen op door hun karakter en schoonheid.
- De meerstammige boom biedt vele mogelijkheden, het is de boom van creatievelingen: parasolboom, klimboom, speelboom, huttenboom, een dreef met meerstammige bomen…
- Solitaire struiken zijn geschikt voor het creëren van massieven in de tuin,
opvullen van gaten, verbergen en afschermen. Brede, hoge struiken tot 6 m hoogte. Direct resultaat!
In deze bijentuin staan o.a. een meerstammige Tilia cordata (winterlinde), een Carpinus betulus (haagbeuk) als klimboom geleid, een Quercus petrea (wintereik), een Castanea sativa (tamme kastanje) en meerdere Betula pendula (ruwe berk).