Er bestaat een stedelijke en een Vlaamse heffing op leegstaande gebouwen en woningen. Informatie over de heffing van de Vlaamse overheid vindt u hier.
De stad heft een belasting op gebouwen en woningen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het stedelijk leegstandsregister.
Voor wie
De belasting is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht betreffende het leegstaande gebouw of de leegstaande woning op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.
Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.
Mede-eigendom
Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.
Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.
Voorwaarden
Zolang het leegstaand gebouw of de leegstaande woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de belasting van het aanslagjaar verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.
Kostprijs
De niet-geïndexeerde belasting voor leegstaande woningen en gebouwen bedraagt:
- 1.200 euro voor het eerste jaar van de heffing;
- 2.400 euro voor het tweede jaar van de heffing;
- 3.600 euro voor het derde jaar van de heffing;
- 4.800 euro voor het vierde jaar van de heffing.
De bedragen vermeld zijn gekoppeld aan de evolutie van de ABEX-index en stemmen overeen met de ABEX-index van december 2008. Ze worden jaarlijks op 1 januari en voor het eerst op 1 januari 2025 aangepast aan het ABEX-indexcijfer dat aan de aanpassing voorafgaat.
Afhandeling
De belasting wordt ingevorderd bij wijze van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De kohierbelasting moet worden betaald binnen twee maanden na de verzendingsdatum van het aanslagbiljet.
Bezwaar
De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd.
Deze indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Uitzonderingen
Van de leegstandsheffing zijn vrijgesteld:
- de belastingplichtige die eigenaar is van één enkele woning, bij uitsluiting van enige andere woning met dien verstande dat deze vrijstelling maar geldt gedurende 1 aanslagjaar.
- de belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft, of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling. Deze vrijstelling geldt voor 4 aanslagjaren.
- de belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing met dien verstande dat deze vrijstelling maar geldt gedurende 1 aanslagjaar.
- de belastingplichtige die sinds minder dan één jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het heffingsjaar volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht. Deze vrijstelling geldt niet voor overdrachten van:
- vennootschappen waarin de vroeger zakelijk gerechtigde rechtstreeks of onrechtstreeks participeert,
- VZWs waar de zakelijk gerechtigde lid van is,
- bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad, tenzij in geval van overdracht bij erfopvolging of testament.
Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning :
- gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan;
- geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;
- vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van 3 jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;
- onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling of betredingsverbod in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt tot 1 jaar na het aflopen van de verzegeling of het betredingsverbod;
- effectief gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van 3 aanslagjaren. Deze termijn wordt verminderd met 1 jaar indien een vrijstelling werd verleend in toepassing van art. 11§6. Deze vrijstelling kan slechts eenmaal ingeroepen worden;
- het voorwerp uitmaakt van een stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor renovatiewerken, afgeleverd in de loop van het jaar voorafgaand aan de dag waarop de belasting volgens art. 8§2 voor het eerst verschuldigd is maar de renovatiewerken nog niet effectief werden aangevangen de dag waarop de belasting voor het eerst verschuldigd zou zijn. Deze vrijstelling kan slechts één maal ingeroepen worden;
- het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode;
- wanneer de leegstand het gevolg is van overmacht, dit wil zeggen te wijten is aan redenen buiten de wil van de zakelijk gerechtigde van wie redelijkerwijze niet kan verwacht worden dat hij een einde stelt aan de leegstand.